Wedstrijdregels voor het Team

  • Als iedereen is omgekleed loop je als team tegelijkertijd de zaal in! (inspeel shirt aan)
  • De aanvoerder is verantwoordelijk voor de ballen.
  • Gezamenlijk inlopen en rekken. (op aanwijzing van de aanvoerder)
  • Ritueel van sprintjes trekken vooraf zorg dat je goed warm en moe wordt. Dit stimuleert je concentratie vermogen tijdens de wedstrijd en voorkomt blessures.
  • Probeer met vast persoon (bij wedstrijden) in te spelen en hou vast aan een vast eigen inspeelpatroon.
  • Ook met inspelen heeft alles een doel. Zelf het overgooien. (Vind een mikpunt) Van zomaar dom gooien leer je niks van!
  • Het tijdstip van vertrek naar uitwedstrijden is opgenomen in het vervoerschema. Zorg ervoor dat je op tijd aanwezig bent.
  • Zonder tegenbericht wordt er op niemand gewacht en in principe op tijd vertrokken. Als je te laat bent, zul je op eigen gelegenheid het team achterna moeten reizen;
  • Het tijdstip van aanwezigheid bij thuiswedstrijden is ook opgenomen in het vervoerschema.
  • Indien ouders / begeleiders niet kunnen rijden dan via Whats-app groep van team ruilen  met andere ouders / begeleiders. Verantwoordelijkheid ligt bij de vervoerder.
  • Een uur voor de wedstrijd is een ieder aanwezig in de sporthal, veertig minuten voor aanvang van een wedstrijd is het team “gekleed” in de zaal aanwezig.
  • Bij uitwedstrijden kunnen wij dan aan de zaal en verlichting wennen.
  • Tijdens de wedstrijd zal er voortdurend gecommuniceerd moeten worden tussen de spelers onderling en ook tussen de spelers en de “bank”. Ook als bankzitter kan je deel uitmaken van het team.
  • Ook al ben je geblesseerd en kan je waarschijnlijk niet spelen, doe altijd wedstrijdkleding aan (dit i.v.m. wedstrijd formulier)
  • De aanvoerder is de aangewezen persoon om het team naar de scheidsrechter te vertegenwoordigen. Andere spelers zullen dan ook nooit hun vragen of ongenoegen aan de scheidsrechter kenbaar maken.
  • De opstelling per set wordt door de begeleiders / coaches gemaakt.
  • De time-out is in principe voor de coach dus de spelers luisteren of vragen informatie aan over de tegenstander. Uiteraard kan bijvoorbeeld de ‘wissel’ spelverdeler info geven aan de spelende spelverdeler.
  • De wisselspelers zijn voortdurend warm, in beweging, en bij iedere stand gereed om in te vallen. (Hou je positie in de gaten waar je mogelijk kan invallen, zodat je weet waar je moet staan).
  • Gedurende de wedstrijd houden de wisselspelers/wisselspeelsters voortdurend oogcontact met de bank. Een speler/speelster moet direct op aanvraag gewisseld kunnen worden. De wisselspelers zorgen ervoor dat ze in beweging blijven en voldoende warm zijn om in te kunnen vallen!
  • Zorg dat de bank “netjes” blijft;
  • Tevreden bankspelers zijn er in principe niet, een wissel speler is dus niet een reserve maar iemand die wacht op het juiste moment om een geboden kans te benutten.
  • Wanneer je niet weet waarom je gewisseld werd of niet weet waarom je niet gespeeld hebt, en je hebt hier vragen over, dan vraag je informatie aan de trainer/coach.
  • Het uiten van niet nette woorden, ernstige verwensingen en/of racistische uitingen, in woord en gebaar, aan het adres van een andere speler/speelster, trainer, scheidsrechters en/of tegenstander die in de zaal aanwezig is, zal hoe dan ook resulteren in het wegsturen van degene die zich hieraan schuldig maakt.
  • Spelers gedragen zich in wedstrijdsituaties sportief naar scheidsrechters, spelers, tegenstanders en publiek in de ruimste zin van het woord;
  • Tijdens de wedstrijd moet er voortdurend over volleybal gecommuniceerd worden tussen de spelers onderling;
  • Na iedere score van het eigen team vindt er een gezamenlijke yell plaats;
  • Een zeer slechte gewoonte om de teamspirit te ondermijnen is om na de wedstrijd je ongenoegen over andere spelers, of niet meespelen van jezelf te uiten aan omstanders in de kleedkamer, de kantine, je praat in principe alleen over jezelf etc.

HOME

Archieven

Tweets